Filosofie

Filosofie van Vlaanderen Bouwt vzw

filosofieAan het begin van de jaren negentig begonnen architecten wereldwijd terug te grijpen op een scherp, helder neomodernisme. Dat had wel niet de energie en bekeerdrift van de witte architectuur uit de jaren twintig, maar kon wel wordengezien als een poging om de de lei schoon te vegen en na twee decennia vol grotendeels lachwekkende, prentenboekachtige vormgeving opnieuw te beginnen. (Uit: De Architectuur van de 20ste eeuw - Jonathan Glancey - Uitgeverij Thoth Bussum)

Naar een bedachtzame moderniteit in de woningbouw


Het surrealisme troef

Nadat het postmodernisme in de architectuur ons land en onze steden de laatste decennia voor een paar eeuwen heeft opgezadeld met talrijke bouwkundige aberraties en met woonverkavelingen die na enige verstandelijke benadering alleen als surrealistisch kunnen bestempeld worden, groeit terug de aandacht voor de zuivere logica van de moderniteit zoals die door Bauhaus en Le Corbusier in de jaren twintig van de vorige eeuw werd geformuleerd en toegepast.

In de industriebouw wordt al veel eerder het gezond verstand gebruikt, omdat daar investering en rendement een hoofdrol spelen en daardoor de irrationaliteit minder kans krijgt, met het gevolg dat de vormgeving van vele gebouwen op industrieterreinen veel krachtiger en karakteristieker overkomt dan de vormgeving van de woningen op verkavelingen. Hier gelden immers allerlei schijnvertoningen, valse sentimenten, in steen vertolkte menselijke ondeugd en afwijkingen waarbij de zorg om goed wonen dikwijls ver te zoeken valt.

De bouwheer die nooit enige belangstelling voor woningbouw en architectuur heeft betoond, raadpleegt enkele commerciële blaadjes en reclamefolders en matigt zich onmiddellijk een deskundig oordeel aan. De commerciële jongens spelen handig in op deze soepele leergierigheid en verdienen volgens de weg van de minste weerstand gemakkelijk en veel geld.


FOTO: KIJKDORP LONDERZEEL

Gezonde en logische uitgangspunten

De functie bepaalt de vorm is een belangrijke grondregel van de moderne architectuur. Hoe is het mogelijk daaraan te twijfelen. Een gebruiksvoorwerp, zoals een woning toch ook is, krijgt de vorm die door het gebruik, door de bewoning, wordt vereist.

Een grondplan met een logische indeling van de ruimten met vlotte circulatiemogelijkheid zorgt voor een verstandelijk goed gebruik en bewoonbaarheid van de woning.

Toevoer van veel licht en lucht, een goed uitzicht, de aanpassing aan de levenswijze van de bewoner, zet reeds stappen vanuit materiële naar psychische noden. Dit alles loopt dooreen zoals in de werkelijkheid van het leven van een mens.

Functie kan dus nooit gaan uitsluitend om rationaliteit, maar telkens ook om emotie: ruimtebeleving, gezelligheid, geborgenheid, in één woord het wonen dat een goed gevoel verschaft. Ook deze functies zijn vormbepalend: de combinatie van de rationaliteit van een fabriek met de gezelligheid van een home.
Het kan ook allemaal in deze tijd: materialen en technieken in overvloed, de creativiteit is er om van het wonen een kwaliteit te maken die mensen voorheen nooit hebben gekend.

Materialen en constructie bepalen eveneens de vorm, is een andere regel van het modernisme. Dit is niet nieuw; het is eigenlijk nooit anders geweest: lemen muren, rieten daken, vakwerk of zware natuursteen hebben eeuwenlang de bouw- en woonvormen bepaald.

Toen culturele en intellectuele nevenbeschouwingen de overhand kregen, week men ervan af en bouwde men kunstmatige decorums, zogenaamde stijlen, symbolen van status en geleerdheid.

Waarom zou de moderne architectuur die terug naar de essentie van ruimtecreatie gaat geen gebruik maken van de enorme technische capaciteit en materiaalkeuze, om nieuwe vormen te creëren die een kwalitatief woonniveau bijna onbeperkt kunnen bevorderen.

Bijvoorbeeld glas. Glas was ooit een zeldzaam en duur luxeproduct. De armen hadden slechts een houten luik voor de raamopening. De rijken vatten de kleine stukjes glas in lood en monteerden dit in houten raampjes van 1 m2 die ze dan samenvoegden tot ganse glazen voorgevels.

Nu is het glas een bouwmateriaal: glaswanden, isolerend glas, glaspanelen, glazen daken zelfs glazen vloeren scheppen ongeziene mogelijkheden en wat zien we? Dure villa's met kleine venstertjes zoals bij de arme boeren van voorheen.

De moderne architectuur is ook sociaal geïnspireerd: industrieel geproduceerde goede woningen voor de massa. De massa is nu minder massa geworden, maar soberheid en prijsbeheersing om zoveel mogelijk mensen zo goed mogelijk te laten wonen, blijft de opdracht voor eenieder die zich bewust is niet alleen op de wereld te leven.

Bovendien wordt door de globalisering de sociale bekommernis uitgebreid tot de gehele wereldbevolking d.w.z. woonvormen en middelen tot stand brengen van een niveau dat wereldomvattend voor iedereen haalbaar is.

Laat dit een utopie van formaat wezen, alles begint met een utopie.

De sociale bekommernis wordt nog verder uitgebreid naar de toekomstige generaties, uitgedrukt in begrippen als duurzaam bouwen, bouwen met zo weinig mogelijk verstoring van de aarde, zo weinig mogelijk energieverbruik, woningen die zo lang mogelijk meegaan opdat de toekomstige generaties niet voor een geroofde aardbol zouden komen te staan.

Aldus speelt de sociale inspiratie van het modernisme nog een veel grotere rol dan in de vorige eeuw het geval was.

Ook lifestyle
De logica van de moderniteit houdt stand. De stellingen zijn niet weerlegd.

Het postmodernisme is een reactie op de extreme rationaliteit en stelt een nieuwe romantiek in de plaats, een irrationele en reactionaire beweging. Het oogst ook sukses bij de verwende welvaartsmensen die denken dat alles voortdurend moet veranderen en dat zulke houding pro gressief is, ongeacht of de verandering nu al dan niet de kwaliteit bevordert.

Het postmodernisme vestigt er wel de aandacht op dat vormgeving niet alleen vanuit rationaliteit tot stand komt, maar evenzeer de uitdrukking is van een lifestyle. Niemand zal betwisten dat vormgeving ook een taal is, een middel om ideeën gevoelens, opvattingen, houdingen mee te delen.
Vormgeving drukt altijd een levenshouding uit, soms bewust, meestal onbewust omdat de taal van de vormen bij velen niet ontwikkeld is. Ook deze taal moet geleerd worden.

Als we de vormgeving van het grootste deel van de wonigbouw aflezen, komen we tot niet erg bemoedigende vaststellingen over de levenshouding van de bouwheren: een klein burgelijk traditionalisme, de afwezigheid van karakter en persoonlijkheid, het scheppen van decors in plaats van een leefomgeving, dit alles uitgedrukt in fermettes, zgn. pastorijen, hacienda's of gewoon banaliteit. Van de zorg voor het goede wonen, circulatie, oriëntatie, licht, lucht, uitzicht, ruimtebeleving valt weinig te merken. Het lijkt wel of het wonen ondergeschikt is gemaakt aan decorum en schijnvertoon.

Zijn onze medeburgers nu zo of is het een gebrek aan vormbewustzijn?

Architectuur drukt een levensstijl uit, het komt er op aan welke levensstijl. `
Als lifestyle inhoudt het consumptieve, luxueuse, verkwistende dat door de reclame wordt gepropageerd en dat inderdaad door vele vormgevingen tot uitdrukking wordt gebracht, dan staat die in dienst van het economisch rendement en niet van het goede wonen. De lifestyle wordt dan hoofdzaak en de functie wordt ondergeschikt. Het woonhuis wordt dan in de eerste plaats een kasteeltje, een pastorij etc., goed zichtbaar langs de grote baan waarin het wonen zo goed en zo kwaad als het gaat wordt ingepast.

Het erge is dat de reclame beïnvloedt en dat velen denken dat het juist dàt nu is, terwijl ze goed doordachte projecten als eigenaardig en vreemd ervaren.
Vlabo sluit niet aan bij de oppervlakkigheid van een consumptieve en maatschappelijk onverantwoorde levensstijl; de levensstijl van Vlabo richt zich op het goede wonen, materieel en psychisch, soberheid, sociale en ecologische bekommernis, mondiaal bewustzijn, de stijl van de bewust levende mens van de XXIe eeuw.

Van modernisme naar bedachtzame moderniteit

Een andere correctie die het post-modernisme heeft aangebracht is de waarschuwing tegen het modernisme als dogma, het absolute denken. Het modernisme had het karakter aangenomen van een groot verhaal dat overal en alles domineerde en zonder pardon van toepassing was, zoals de andere grote verhalen van de vorige eeuw.

Het inzicht is nu gegroeid dat de grote verhalen oorzaak van grote vergissingen, ellende en rampspoed zijn geweest, vandaar ook de weerzin tegen het modernisme. Waardevolle oude gebouwen gingen tegen de vlakte en werden vervangen door modernistische nieuwbouw.
Bovendien bereikten de epigonen van het modernisme lang niet het niveau van de pioniers, zoals het gewoonlijk is, en bovendien accapareerde het promotiekapitalisme het modernisme als goed en gemakkelijk rendementsmiddel, na weglating van heel wat fundamentele kwaliteiten, zodat wat overbleef en wat moest doorgaan voor moderne architectuur er eigenlijk niet veel meer mee te maken had.
Dit alles bracht in de jaren zestig het modernisme in crisis waardoor het baan moest ruimen voor een nieuwe romantiek, een nieuw eclecticisme en nieuwe irrationaliteit op het einde van de XXe eeuw, zoals een gelijkaardig fenomeen zich op het einde van de XIXe eeuw had voorgedaan.

De bouwkundige aberratie die daaruit is voortgevloeid leidt uiteindelijk naar een nieuwe moderniteit, moderne architectuur die niet dogmatisch is, maar bedachtzaam of zoals door sommigen betiteld: de reflexieve moderniteit.

Wie had trouwens in de jaren twintig van de vorige eeuw toen het modernisme in de bouw ontstond, kunnen vermoeden dat het vooruitgangsoptimisme de wereld uiteindelijk zuur zou opbreken. Wie had bijvoorbeeld gedacht dat de auto, symbool van de vooruitgang (Ford T, VW) waarop de gehele nieuwe ruimtelijke ordening werd gebaseerd, de ondergang van de steden zou veroorzaken, de verkwisting van de ruimte, de eindeloze files, de vele verkeersdoden (alsof het om een slagveld gaat), de verpesting van de lucht, de bedreiging van de aarde en het leven erop, het ozongevaar, de opwarming van de atmosfeer enz.

Nu weten we dit wel en zijn we overtuigd dat er dringend iets moet ondernomen worden.
De strenge ruimtelijke ordening met alle gevolgen voor de bouw en de architectuur, het duurzaam bouwen, de ecologische bekommernis, dit alles maakt deel uit van de bedachtzame moderniteit.

Vlabo

Dit zijn de achterliggende ideeën en bekommernissen van Vlabo. Als we als doelstelling hebben: kwalitatief en betaalbaar wonen mogelijk maken, ook voor niet kapitaalkrachtigen, dan spelen de beschouwingen over de bedachtzame moderniteit hierbij een rol. Kwaliteit is immers veel meer dan stevige materialen, technieken en allerlei materiële hoedanigheden, kwaliteit heeft te maken met de mens, bewoner van een huis. Voelt hij zich goed in zijn huis, in zijn wijk, in zijn dorp, wetende dat zijn dorp thans de ganse wereld is geworden? Tenslotte, voelt hij zich goed in zijn vel? Dit kan toch maar alleen als hij leeft in de XXIe eeuw en niet in een fermette van zijn overgrootvader, niet in een pseudo-pastorij van de eertijdse pastoor in de bloeiende wijngaard, maar nu, oog in oog met de risico's van de tijd, maar ook gebruikmakende van de nu bestaande enorme materiële en culturele mogelijkheden die kansen bieden om de moeilijkheden het hoofd te bieden en samen een menswaardige wereld uit te bouwen van hoog niveau.
Kijkdorp Londerzeel is een bescheiden bijdrage daartoe.
Moge het een inspiratiebron zijn voor velen.

Guido Leerschool
veteraan Vlabo
2001

Stuur uw reactie op deze tekst naar Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.

Pater Damiaanstraat 5 - 3130 Betekom - tel. +32 16 441940 - info@vlaanderenbouwt.be  - www.vlaanderenbouwt.be-